Hoe duurzaam is een carnivoor dieet?

We horen het overal: vlees eten is slecht voor het klimaat. De veehouderij zou zorgen voor massale ontbossing, extreem waterverbruik en een hoge uitstoot van broeikasgassen. Maar hoe waar is dit eigenlijk? Is een carnivoor dieet écht een milieuprobleem, of wordt er selectief met de feiten omgegaan? Tijd om de mythen te ontkrachten en te kijken naar de volledige context.

Niet alle vleesproductie is hetzelfde

Er is een groot verschil tussen het vlees van een koe uit een megastal die geïmporteerd veevoer krijgt en vlees van een lokaal, grasgevoerd rund. Dit onderscheid wordt vaak genegeerd in duurzaamheidsonderzoeken en media-artikelen.

Grasgevoerde koeien eten uitsluitend gras en kruiden (wat lokaal groeit). Ze zetten dit om in hoogwaardig vlees zonder dat er extra landbouwgrond nodig is voor hun voeding. 

Daarentegen wordt graangevoerd vee vetgemest met soja en maïs, wat wél landbouwgrond en water vereist. Dit is de vorm van veehouderij die het meest bekritiseerd wordt, maar die lang niet representatief is voor alle vleesproductie. Meer dan tachtig procent van de wereldwijde sojaproductie wordt gebruikt voor kippen en varkens, niet voor runderen. Daarnaast komt veel soja niet uit ontboste gebieden zoals de Amazone, maar wordt het verbouwd in de VS en Europa.

Methaanuitstoot: het meest misbruikte argument

Ja, koeien produceren methaan. Maar de manier waarop dit wordt gepresenteerd, is vaak eenzijdig. Methaan (CH₄) is een krachtig broeikasgas, maar wat vaak wordt vergeten, is dat dit gas een korte levenscyclus heeft.

Methaan uit veehouderij wordt binnen tien jaar in de atmosfeer afgebroken en gerecycled in de koolstofcyclus. Dit in tegenstelling tot CO₂ uit fossiele brandstoffen, die duizenden jaren in de atmosfeer blijft hangen. Als de veestapel niet groeit, blijft de methaanuitstoot in balans: de hoeveelheid die wordt uitgestoten, wordt weer afgebroken.

Daar komt bij dat grazende dieren koolstofopslag in de bodem bevorderen (Stichting Grazelands Rewilding draagt hier aan bij!). Wanneer runderen op een regeneratieve manier worden gehouden, stimuleren ze plantengroei, wat de opname van CO₂ verhoogt. Dit kan ervoor zorgen dat goed beheerd vee zelfs klimaatpositief wordt. Onderzoek toont aan dat grasland dat begraasd wordt door vee tot driemaal meer CO₂ kan opslaan dan onbegraasd grasland. Dus besef even hoe een belangrijk onderdeel runderen (en andere dieren) juist zijn van de 'circle of life', mits in een natuurlijke habitat gehouden.

Plantaardige landbouw is niet zonder impact

Veel mensen denken dat als je vlees vervangt door plantaardige voeding, je automatisch milieuvriendelijker eet. Maar industriële akkerbouw heeft zijn eigen grote nadelen.

Vooral monocultuurgewassen zoals soja, tarwe en rijst vereisen enorme stukken land en putten de bodem uit. Dit type landbouw vernietigt ecosystemen en maakt gebruik van pesticiden en kunstmest, die schadelijk zijn voor de biodiversiteit.

Daarnaast worden veel plantaardige alternatieven wereldwijd verscheept. Vleesvervangers en superfoods zoals soja, quinoa en avocado’s leggen duizenden kilometers af voordat ze in de supermarkt belanden, wat gepaard gaat met een hoge CO₂-uitstoot.

Een dieet met lokaal geproduceerd vlees kan daarom in sommige gevallen een kleinere ecologische voetafdruk hebben dan een dieet dat afhankelijk is van geïmporteerde plantaardige producten.

Graslanden en biodiversiteit: de rol van vee in het ecosysteem

In Nederland en België hebben we veel graslanden die ongeschikt zijn voor akkerbouw. Dieren kunnen deze gebieden benutten zonder dat er extra grond nodig is. Begrazing door runderen en schapen helpt de biodiversiteit in stand te houden.

Extensieve veehouderij draagt bij aan de natuurlijke kringloop en voorkomt dat gebieden veranderen in monocultuurplantages of verwaarloosde weilanden zonder biodiversiteit. In tegenstelling tot de intensieve landbouw, die vaak leidt tot het verlies van natuurgebieden, draagt goed beheerde veeteelt bij aan de instandhouding van graslanden en wetlands.

Daarnaast consumeren dieren vaak restproducten uit de voedingsindustrie, zoals bierbostel en bietenpulp, die anders verloren zouden gaan. Dit vermindert voedselverspilling en draagt bij aan een efficiëntere voedselproductie.

Hoe eet je carnivoor op een duurzame manier?

De duurzaamheid van een dieet hangt niet af van of je vlees eet, maar van welk vlees je eet en hoe het geproduceerd wordt. Een carnivoor dieet met lokaal, grasgevoerd vlees kan minder impact hebben dan een dieet dat afhankelijk is van soja, rijst en andere geïmporteerde gewassen.

Wil je duurzamer eten binnen een carnivoor of dierlijk dieet?

  • Kies voor grasgevoerd en lokaal vlees, bij voorkeur van kleinschalige, regeneratieve boeren.
  • Vermijd industriële vleesvervangers op basis van soja en tarwe, die vaak meer landbouwgrond vereisen en vol zitten met chemische toevoegingen.
  • Ondersteun regeneratieve landbouw door vlees te kopen bij boeren die met natuurlijke begrazing werken en de bodemkwaliteit verbeteren.
  • Kijk verder dan CO₂-uitstoot en beoordeel de volledige impact van voedselproductie, inclusief biodiversiteit en landgebruik.

Tijd om de mythe te doorbreken dat vlees altijd slecht is voor het milieu. Het is niet vlees dat het probleem is, maar de manier waarop het geproduceerd wordt.

Wil je dierlijk/carnivoor eten en tegelijkertijd bijdragen aan behoud van natuur? Neem dan een kijkje bij het weekmenu dat ik heb samengesteld in samenwerking met BBQuality, op basis van wildrundvlees van Stichting Grazelands Rewilding.